H.N. Werkman. De online oeuvrecatalogus
 
 
Direct naar de online oeuvrecatalogus
 
Handleiding 
Tentoonstellingen
Geraadpleegde literatuur
 
Voorgeschiedenis
In 1942, dus al tijdens Werkmans leven, maakten twee van zijn vrienden een begin met een oeuvrecatalogus: August Henkels en Ate Zuithoff, medeoprichters van De Blauwe Schuit, de clandestiene uitgeverij waarvoor Werkman tijdens de Tweede Wereldoorlog enige tientallen uitgaves ontwierp en drukte. Het grootste deel van het werk kwam op Zuithoff neer. Op losse fiches noteerde hij gegevens over een deel van Werkmans oeuvre, gebaseerd op informatie van Werkman zelf. In de laatste oorlogsjaren kwam deze activiteit stil te liggen, maar Zuithoff zette het werk voort kort na het einde van de oorlog en Werkmans dood. Hij bracht het oeuvre verder in kaart voor de tentoonstelling over Werkman in het Stedelijk Museum in Amsterdam in november 1945, maar tot een uitvoerige publicatie kwam het toen niet.
Pas in 1963 verzorgde Jan Martinet, conservator van het prentenkabinet van het Stedelijk Museum, een eerste oeuvrecatalogus onder de titel Hot Printing. Die bevatte van alle druksels de catalogusgegevens en een illustratie; van de schilderijen, de grafiek en het gebruiksdrukwerk werd alleen een gedeeltelijk geïllustreerd overzicht gegeven. De tekeningen en de schetsen bleven buiten beschouwing. In 1982 verscheen verder een deelcatalogus van Werkmans schilderijen, opnieuw van de hand van Martinet.
 
De volledige oeuvrecatalogus is een onderdeel van het onderzoeksproject naar Werkman dat in 2002 van start ging in opdracht van de Stichting H.N. Werkman. De oeuvrecatalogus heeft de vorm gekregen van een database. Daarin zijn alle circa 2000 bekende werken van Werkman opgenomen en geïllustreerd. Een database kan niet alleen veel meer materiaal bevatten dan een gedrukte oeuvrecatalogus zonder onhanteerbaar te worden, maar biedt vooral veel meer zoekmogelijkheden. Bovendien kunnen er, anders dan in een gedrukte catalogus, steeds gegevens worden toegevoegd of gewijzigd. Toch is een deel van het materiaal uit de database ook in boekvorm gepubliceerd in: Dieuwertje Dekkers, Jikke van der Spek en Anneke de Vries, H.N. Werkman. Het complete oeuvre (Rotterdam, NAi Uitgevers / Amsterdam, Stichting H.N. Werkman, 2008).
 
Opzet van de online oeuvrecatalogus
De online oeuvrecatalogus is als volgt opgezet.
·      Ieder werk heeft een eigen database-pagina. Ensembles, reeksen en gebruiksdrukwerk dat uit meer dan één pagina bestaat zijn behandeld als een zogenaamd ‘samengesteld werk’, met een bespreking in verscheidene database-pagina’s voorzien van een volgnummer, te beginnen met 0. In dat 0-nummer is een algemene inleiding opgenomen.
·      Iedere database-pagina bevat voor het werk in kwestie de gebruikelijke gegevens over techniek, afmetingen, collectie, enzovoort.
·      Als bekend is welke titel Werkman zelf aan een werk gaf, is deze apart vermeld.
·      Daarnaast zijn voor elk werk gegevens bijeengebracht over de herkomst, tentoonstellingen en relevante kunsthistorische literatuur, en wordt steeds een overzicht gegeven van de brieven van en aan Werkman waarin het werk ter sprake komt.
·      De gegevens over tentoonstellingen en literatuur worden verkort weergegeven (auteursnaam resp. plaats van de tentoonstelling en jaartal). Verwijzingen naar tentoonstellingscatalogi staan vermeld bij de tentoonstelling in kwestie, en niet bij de literatuur. Volledige verwijzingen zijn te vinden in de lijsten met geraadpleegde literatuur en tentoonstellingen in de menubalk bovenin beeld.
·      Voor de tekst van de brieven van en aan Paul Guermonprez, August Henkels, Bastiaan Kist, Willem Sandberg en Ate Zuithoff wordt verwezen naar Hendrik Nicolaas Werkman, Brieven rond De Blauwe Schuit (1940-1945), red. Frans R.E. Blom, Willem van Koppen en Mieke van der Wal, Amsterdam 2008. Van relevante brieffragmenten uit correspondentie met anderen zijn transcripties te vinden in de werkdossiers in het Werkman Archief en soms in andere brievenuitgaven.
·      In de commentaartekst bij elk werk worden onder meer de ontstaansgeschiedenis, de voorstelling en de techniek beschreven.
·      Bij het gebruiksdrukwerk is steeds slechts één exemplaar van de oplage besproken. Indien van toepassing worden de auteur van de tekst en de uitgever of opdrachtgever vermeld, naast de oplage en de omvang van de uitgave. Tentoonstellingen zijn bij het gebruiksdrukwerk (inclusief de uitgaven van De Blauwe Schuit) niet vermeld omdat in plaats van het besproken exemplaar ook een ander exemplaar van de oplage geëxposeerd kan zijn geweest. De literatuurvermeldingen kunnen overigens wèl betrekking hebben op een ander exemplaar van de oplage dan in de database wordt besproken. Bij de uitgaven van De Blauwe Schuit is alle relevante correspondentie opgenomen onder volgnummer 0. De Chassidische legenden (BS-14 en BS-33) vormen hierop een uitzondering: vanwege de talrijke verwijzingen is daar alleen een selectie uit de correspondentie opgenomen.
 
De database-nummering
Anders dan in een gedrukte oeuvrecatalogus is er in de database geen sprake van een vaststaande volgorde waarin de database-pagina’s gepresenteerd worden. Toch is het wenselijk om voor de gebruiker de volgorde van ontstaan van de werken inzichtelijk te maken door de werken een nummer te geven. Deze database- of DB-nummering bestaat uit een letter die de techniek aangeeft, gevolgd door een koppelteken en een nummer voor de chronologische volgorde. De volgende categorieën zijn gebruikt:
A = aquarellen
BS = Blauwe Schuit-uitgaven
D = druksels
E = etsen
G = gebruiksdrukwerk
H = houtsneden
L = litho’s
S = schilderijen
SC = schetsen
T = tekeningen
TIK = tiksels
 
Nu bestond er voor Werkmans oeuvre al een nummering, die voor het eerst door Martinet was gehanteerd in zijn Hot Printing-catalogus. Evenals de nieuwe database-nummering ging de HP-nummering uit van een indeling naar techniek en vervolgens een chronologische ordening. In de Hot Printing-catalogus ontbraken echter werken die pas na het verschijnen van de catalogus aan het licht zijn gekomen, en bovendien is gebleken dat werken soms anders gedateerd moeten worden. Van de schetsen, die in de Hot Printing-catalogus buiten beschouwing waren gelaten, was de volgorde nog niet eerder vastgesteld. Al deze werken werden intussen van een zogenaamd ‘WD-nummer’ voorzien, naar het nummer van het werkdossier in het Werkman Archief. Beide groepen werken (dus met een HP- en met een WD-nummer) zijn in de nieuwe database-nummering geïntegreerd. Vanzelfsprekend kan in de database nog steeds op HP- dan wel WD-nummer worden gezocht.
 
Naast de nieuwe nummering en de HP/WD-nummering is, waar relevant, onder ‘Zuithoff-nummering’ ook een verwijzing gegeven naar de zogenaamde ‘catalogus Zuithoff’, de onvoltooid gebleven oeuvre-catalogus waaraan, zoals in de inleiding al werd beschrijving, nog tijdens Werkmans leven werd begonnen. De mapjes met fiches die Ate Zuithoff destijds ter voorbereiding maakte bevinden zich, geordend naar techniek, in het Werkman Archief (WA inv. nr. 169). De fiches voor de schilderijen werden al door Jan Martinet van een nummer voorzien en gebruikt voor zijn catalogus De schilder Hendrik Werkman (Groningen 1983). Om eenvoudig naar de ‘Zuithoffcatalogus’ te kunnen verwijzen zijn tijdens het onderzoeksproject ook de overige fiches genummerd, in de volgorde waarin ze in de mapjes werden aangetroffen.
 
Zoeken in de online oeuvrecatalogus
De online oeuvrecatalogus biedt verschillende zoekmogelijkheden via de knoppen linksboven in beeld:
Kunstwerken: hier kunt u zoeken op DB-nummer, HP-nummer en op woorden uit de vaak uitvoerige commentaarteksten
Zoeken op titel
Collectie en herkomst
Tentoonstellingen
Literatuur
Correspondentie.
Uitvoerige informatie krijgt u door te klikken op het vergrootglaasje vooraan de regel of op het DB-nummer. Zoekresultaten kunt u ordenen door te klikken op de kopjes boven elke kolom.
Zie voor een uitgebreide toelichting de handleiding

Naar de online oeuvrecatalogus